Visual

Profiel arbeidsmatige dagbesteding, beschut werk en arbeid

De praktijkvakken worden verdeeld in drie verschillende fasen:

  • arbeidsoriëntatiefase (12 tot 14-jarigen);
  • arbeidsvoorbereidende fase (14 tot 16-jarigen);
  • uitstroomfase (16+ leerlingen).

Arbeidsoriëntatie

In de arbeidsoriëntatiefase krijgen leerlingen alle uitstroomprofielen aangeboden, zowel dagbesteding als beschut werk/arbeid:

In deze fase staat de ontwikkeling van de competentie arbeidshouding centraal. Aan het einde van deze oriëntatiefase laten de leerlingen op grond van hun kennis en interesse één van de drie uitstroomprofielen vallen. Om een goede keuze te kunnen maken krijgen de leerlingen lessen beroepsoriëntatie.

Arbeidsvoorbereiding

In de arbeidsvoorbereidende fase wordt er een splitsing gemaakt:
Arbeidsmatige dagbesteding krijgt creatief en arbeidstraining.

Creatief en arbeidstraining krijgt heel 2b (leerroute 2 en dagbesteding). Daarnaast kan de leerling twee van onderstaande profielen kiezen:

  • werken in de keuken en werken in de bediening;
  • werken in de techniek en werken in het groen;
  • werken in de schoonmaak en werken in de winkel.

Beschut werk/arbeid krijgt les in twee profielen. Creatief en arbeidstraining zijn voor deze leerroute geen keuze. Leerlingen kunnen een keuze maken uit  onderstaande profielen:

  • werken in de keuken en werken in de bediening;
  • werken in de techniek en werken in het groen;
  • werken in de schoonmaak en werken in de winkel.

Ook hier staat de competentie arbeidshouding bij alle vakken centraal. Werkbezoeken zijn onderdeel van de praktijkvakken en aan het einde van de arbeidsvoorbereidende fase nemen we een arbeidsinteressetest af. De leerlingen krijgen een schooladvies mee (motivatie, ontwikkeling, perspectief) voor het te kiezen  uitstroomprofiel in de uitstroomfase.

Uitstroom

In de uitstroomfase krijgen alle leerlingen nog maar les in één profiel. Leerlingen uitstroom dagbesteding hebben één keuze uit:

  • creatief en arbeidstraining;
  • werken in de keuken en werken in de bediening;
  • werken in de techniek en werken in het groen;
  • werken in de schoonmaak en werken in de winkel.

Leerlingen beschut werk en dagbesteding hebben één keuze uit:

  • werken in de keuken en werken in de bediening;
  • werken in de techniek en werken in het groen;
  • werken in de schoonmaak en werken in de winkel.

Leren op locatie

Leren op locatie is een vorm van begeleide externe stage om algemene arbeidsvaardigheden te trainen. Deze vindt plaats buiten de school bij werkgevers en collega-scholen. De begeleider van school is aanwezig op de locatie. Leren op locatie-stages vinden plaats in het derde en vierde leerjaar.

Stage

Op de pagina Stage en uitstroom staat meer informatie over stagelopen.

Creatief en arbeidstraining

Bij creatief en arbeidstraining komen creatieve vakken aan bod, zoals drama, textiel, hout en creatief. De doelen hiervoor liggen, afhankelijk van de leerling, op het gebied van vrijetijdsbesteding of creatieve dagbesteding.

Werken in de keuken/werken in de bediening

Bij koken werken we aan arbeidsvaardigheden, zoals werkhouding, werkorganisatie en samenwerken. Bovendien werken we aan zelfredzaamheid in de keuken, zoals hygiëne, veiligheid, meten/wegen, voedingsleer en gezondheid. De inhoud van het vak verschuift van zelfredzaamheid bij wonen naar de voorbereiding op een mogelijke uitstroom naar horeca-werkplekken. De leerlingen leren bijvoorbeeld snijtechnieken, serveren en het gebruik van een professionele vaatwasser.

Het hele proces komt zoveel mogelijk aan bod: van het maken van de boodschappenlijst, boodschappen doen, bereiden, uitgifte tot de schoonmaak. Om de doelen te bereiken, werken wij veel met leermethoden van WerkPortfolio. Deze methode maakt gebruik van stap-voor-stap uitleg waarin de tekst ondersteund wordt met  foto’s. Daardoor leren ook de leerlingen die moeite hebben met lezen zelfstandig te werken.

Werken in de techniek/in het groen

Techniek is opgedeeld in verschillende onderdelen waarvan houtbewerking de belangrijkste is. Ook elektra en fietstechniek komen regelmatig aan bod. Achterliggende gedachte is dat de leerlingen in de toekomst eenvoudige reparaties zelf kunnen uitvoeren of weten wanneer ze hulp van derden moeten inroepen.

Binnen de lessen techniek krijgen de leerlingen ook theorie en leren regels rondom veiligheid en praktisch rekenen (bijvoorbeeld meten). Zij leren dat niet alleen het werkstuk van belang is, maar dat er ook op werkhouding, sociaal gedrag en veilig werken wordt gelet. De werkstukken bij houtbewerking lopen gedurende de schoolloopbaan op in moeilijkheid. Van grofmotorische vaardigheden naar fijnmotorisch werken. Het gebruik van elektrisch gereedschap, werktempo en afwerking worden steeds belangrijker. De leerlingen die dat aan kunnen, werken uiteindelijk toe naar het zelfstandig maken van een werkstuk aan de hand van een werktekening. Voor het vak techniek maken we onder andere gebruik van de stap-voor-stap leermethode van WerkPortfolio (hometech en pro-tech) en de praktijkmappen ‘Doen in techniek’.

Werken in het groen

Bij groen (plantenteelt) werken we in de kas aan arbeidsvaardigheden als werkhouding, werktempo, werkorganisatie en samenwerken. Daarnaast werken we aan de hand van de praktijkmap ‘Doen in teelt’ aan de vakspecifieke basisvaardigheden voor de plantenteelt. Dankzij deze werkkaarten, waarin de tekst ondersteund wordt met foto’s, kan een leerling al snel zelfstandig een opdracht uitvoeren. Enkele basisvaardigheden voor plantenteelt zijn het maken van stekgrond, stek- en zaaibakken, verzorging van planten, zaaien en stekken, verspenen, oogsten en een product verkoopklaar maken.

We besteden iedere dag aandacht aan het weer en alles wat daarbij komt kijken. In het voor- en najaar werken we ook in de tuin voor de school. Daar komt lichamelijk wat zwaarder werk bij kijken. We leren dan ook hoe je dat Arbo-technisch het beste kunt uitvoeren. Het vak Plantenteelt zien we in eerste instantie als middel om de arbeidshouding en arbeidsvaardigheden te verbeteren. We werken actief aan werkhouding, motivatie, concentratie, kritisch kijken naar jezelf en naar je product.

Werken in de schoonmaak/in de winkel

Schoonmaak kent de onderdelen Schoonmaak (mijn huis) en Schoonmaak (PRO). In de arbeidsoriënterende fase starten de leerlingen met Schoonmaak (mijn huis). Hier ligt de nadruk op het leren schoonmaken van je eigen huis. Met behulp van stap-voor-stap leermethoden van WerkPortfolio leren we hen verschillende vaardigheden aan. Hierbij letten we ook op lichaamshouding en werkhouding.

In de volgende fases verschuift de inhoud van Schoonmaak (mijn huis) naar Schoonmaak (PRO). Daarbij ligt de nadruk op het schoonmaken van werkplekken. We bieden werkzaamheden aan die in verschillende beroepsomgevingen relevant zijn. Vier onderdelen komen aan bod: stofwissen, moppen, interieur en sanitair. Er bestaat zelfs de mogelijkheid om een officieel SVA-branchecertificaat te behalen op deze onderdelen. Hiervoor moeten de leerlingen die daarvoor in aanmerking komen ook examen doen. Tijdens het aanbieden van Schoonmaak (PRO) letten we op alle regels die er zijn in het vak schoonmaak. We bieden Schoonmaak (PRO) aan via de stap-voor-stap leermethode van WerkPortfolio en met het SVS-basisboek ‘Schoonmaken in de praktijk’.

In de winkel

We geven werken in de winkel op locatie in een supermarkt, onder begeleiding vanuit school. In een kleine groep werken de leerlingen aan de ontwikkeling van arbeidsvaardigheden en arbeidsprestaties, zoals werkhouding, aanpakgedrag en sociale omgang met collega’s. Ook het kritisch zijn op je werk, het organiseren van je werk, de hulpvraag stellen, taakgerichtheid en werktempo hebben de aandacht.

De werkzaamheden bestaan onder andere uit schapverzorging, klanten te woord staan, spiegelen (op datum), datumcontrole, restanten vullen en het verwerken van emballage. Bij het vak werken in de winkel kijken we ook kritisch naar de ontwikkeling die de leerling laat zien en of de leerling mogelijkheden heeft om binnen het vrije bedrijf aan het werk te kunnen. De kennis van het praktijkvak werken in de winkel ondersteunen we binnen school met het theorie- en opdrachtenboek ‘Aan het werk in de winkel’.